Tijdens het Paasweekend vond in Willemstad voor de vijfde keer het Curaçao BlueSeas Festival plaats. In het hart van de wijk Pietermaai stonden twee avonden lang vier podia in het teken van de blues in al zijn verschijningsvormen. Wij waren ter plaatse voor een verslag.
Voordat het festival losbarstte in de Nieuwestraat in Pietermaai was er donderdag al een lekkere opwarmer in de vorm van een concert van de Nederlandse band Harlem Lake in Kurá Hulanda Village in de wijk Otrobanda. De omgeving, en het feit dat Harlem Lake maar liefst 3 sets speelde, zorgde ervoor dat we het festival op relaxte wijze konden beginnen.
Uitzicht op de band
We streken neer op het terras van Caleo Crudos y Parrilla, vanwaar een prima uitzicht hadden op het podium. Tijdens het optreden genoten we van een heerlijk diner. Vooral de King Trumpet mushrooms met Yuzu Ponzu en zwarte knoflook waren geweldig, een van de beste vegetarische gerechten die we in tijden hebben gegeten. Tegelijkertijd konden we dus genieten van de muziek. Harlem Lake is een goed geoliede bluesmachine die het aandurft om lekker lange jams en solo’s met het publiek te delen. Vooral zangeres Janne Timmer gaat helemaal op in de muziek. Een uitstekend begin van het festival.
De volgende dag is Harlem Lake de eerste band die we horen en zien op het officiële deel van het festival. Dit keer in een ander deel van Willemstad, maar met dezelfde unieke sfeer. De omgeving van historische huizen in felle kleuren met daarin veel fijne horecazaken, het Caraïbisch klimaat en de gezellige mensen tillen de muziek automatisch naar een hoger niveau. Maar als je objectief naar de muziek luistert zonder op de context te letten dan is Curaçao BlueSeas Festival ook al dik in orde.
Vier podia
Vaak heb je bij festivals last van keuzestress en FOMO, omdat de programmering interessante acts tegenover elkaar op de programmering zet. Dat is hier niet het geval. In de Nieuwestraat staan verspreid vier podia, waar steeds één vaste band staat. Deze speelt gedurende de avond drie sets. Zo lukt het vrijwel altijd om alle bands aan het werk te zien en kun je zelfs bij je favoriet nog een keer gaan kijken. Erg slim gedaan.
Zodoende slenteren we de hele avond op en neer door de straat. Onderweg is er volop aanbod qua eten en drinken en kom je gegarandeerd bekenden tegen. Zelfs als je nog maar een paar dagen op het eiland bent. Na Harlem Lake gaan we naar SaRon Crenshaw. We horen direct een andere kant van de blues. Crenshaw is een meester van de slow blues. Hierbij laat hij veelvuldig zijn gitaar janken in langgerekte solo’s. Ook het showelement is hierbij dik in orde. SaRon Crenshaw stapt regelmatig van het podium om tussen het publiek te soleren.
Aan het einde van de straat komen we aan bij het kleinste podium van het festival. Daar speelt het duo Annika Chambers en Paul DesLauriers met hun band. Annika heeft een indrukwekkende stem en weet het publiek goed te bespelen en Paul vult het geheel aan met vurige gitaarsolo’s.
Jungle Book
Het is al na middernacht als we de laatste band van de avond gaan bekijken. Victor Wainwright & The Train is de grote naam van de avond en de band maakt die reputatie waar. Wainwright is een begenadigd zanger én pianist en heeft louter topmuzikanten om zich heen verzameld. Vooral de uitvoering van I Wan’na Be like You uit de film Jungle Book is daarvan een uitstekend voorbeeld. Alle bandleden krijgen de kans om flink uit te pakken en de hese stem van Wainwright heeft in de verte wel wat weg van die van Louis Prima. Een perfecte afsluiter van een heerlijke avond.
Dag twee beginnen we aan de andere kant van de straat. Hierdoor vallen we direct met onze neus in de boter bij Ron Artis II & The Truth. De band opent fel met een snelle en funky variant van de blues. Hierdoor zit de sfeer er direct al goed in. Het podium bij het iconische restaurant Mundo Bizarro blijft de hele avond een van de gezelligste plekken van het festival.
Spiritual
Toch gaan we verder de straat in, want we willen natuurlijk wel alle acts aan het werk zien. Bij Ginger zien we Terrie Odabi, die de blues vermengt met soul en gospel. Dat bewijst ze direct door te openen met de klassieke spiritual Wade in the Water, die we kennen in uitvoeringen van bijvoorbeeld The Staple Singers. Terrie Odabi heeft echt een geweldige stem.
Meer gospel horen we terug bij Diuanna Greenleaf die van huis uit deze muziek met de paplepel kreeg ingegoten. Zelf heeft ze de Texas blues aan haar muzikale invloeden toegevoegd. De combinatie van een krachtige stem en een sterke band blijkt ook hier weer fantastisch te werken. Zeker omdat de muziek ook een stuk meer swingt dan bij de vorige band die we zagen.
Verder swingen doen we bij afsluiter Sugaray Rayford en zijn band. Met flink wat Blues Music Awards en een Grammy-nominatie op zak is Rayford een grote naam in de blues-scene en dat bewijst hij met een sterke show waarin wederom blues en soul op heerlijke wijze samenkomen. Sugaray Rayford is een groots showman en een ijzersterke zanger.
Volgend jaar
Na twee (of eigenlijk) drie avonden op het Curaçao BlueSeas Festival kunnen we concluderen dat de blues nog springlevend is en dat Curaçao de perfecte plek is om je over te geven aan deze muziek. Niet alleen de muziek was van hoog niveau, maar ook alles eromheen klopte. De locatie, de sfeer en het horeca-aanbod maakte het tot een onvergetelijk weekend. Ben je liefhebber van de blues? Dan is het aan te raden om je vakantie volgend jaar rondom dit festival te plannen. Hou de website van het festival in de gaten voor de updates over de editie van 2024.
Tijdens het festival verbleven we in het prachtige Renaissance Wind Creek Curacao Resort in Willemstad. Dit geweldige 5-sterrenhotel, waarin alles klopt, ligt perfect op loopafstand van de beroemde pontjesbrug en heeft een eigen strand met infinity pool.